Edgard & Cooper is een producent van hoogwaardige, kwaliteitsvolle voeding voor honden en katten. Het bedrijf evolueerde sinds zijn oprichting in 2016 van een beloftevolle start-up naar een stabiele, snelgroeiende scale-up. Die vlugge transformatie was niet mogelijk geweest zonder een financieel team dat die snelle groei ondersteunt. “We hebben de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in marketing om de nodige naamsbekendheid te creëren”, geeft CFO Christophe Willaert aan. “Maar we hebben tegelijk geïnvesteerd in het aantrekken van de juiste profielen, ook financiële, om onze groei de komende jaren te consolideren.”
Een bedrijfsnaam waarin de namen van de oprichters vervat zitten, is verre van uniek. In het geval van Edgard & Cooper zijn het echter de honden van de oprichters waaraan het bedrijf zijn naam te danken heeft. En dat kom je niet elke dag tegen, toch niet in onze ervaring. Die bedrijfsnaam is voor alle duidelijkheid ook niet toevallig gekozen. De honden van de oprichters konden de traditionele hondenbrokken die op de markt verkrijgbaar waren niet echt smaken. In het geval van Edgard was dat zelfs nog een understatement. Cooper kon je nog wegzetten als een moeilijke eter, maar Edgard kampte met ontlastingsproblemen en reageerde op de koop toe allergisch op bepaalde voeding.
Die problemen zetten hun baasjes aan tot het zoeken naar kwaliteitsvollere alternatieven. Omdat die niet meteen voorhanden bleken, besloten zij dan maar zelf werk te maken van zo’n alternatief. Het idee voor Edgard & Cooper was geboren. Of hoe twee honden rechtstreeks aan de wieg lagen van een bedrijf dat vandaag zo’n 200 mensen tewerkstelt, op een bruto jaaromzet van 80 miljoen euro rekent en de ambitie koestert om uit te groeien tot Europees marktleider.
Durfkapitaal aantrekken
Christophe Willaert trad begin vorig jaar aan als CFO van Edgard & Cooper. Hij was er dan ook nog niet bij toen het bedrijf in 2016 in het West-Vlaamse Kortrijk het levenslicht zag. “Maar samen met mijn team schrijf ik vandaag wel volop mee aan het groeiverhaal. Een van mijn belangrijkste uitdagingen – misschien wel de belangrijkste – bestaat erin om samen met de oprichters van het bedrijf te zorgen voor de meest optimale financieringsmix voor de fase waarin we ons als onderneming bevinden.”
Zo wist Edgard & Cooper eind vorig jaar nog 20 miljoen euro extra financiering aan te trekken. Die kwam, niet voor het eerst, van externe investeerders: DLF Venture, een investeringsfonds van de AB InBev-familie de Mévius, en The Craftory, een Brits investeringsfonds. Niet toevallig ook twee fondsen, benadrukt Christophe Willaert, die een alternatief willen bieden voor de traditionele durfkapitaalfondsen. “Beide fondsen focussen op consumentgerichte ondernemingen die, zoals wij, ESG-waarden en -doelstellingen – lees: duurzaamheid – heel bewust centraal stellen in hun langetermijnstrategie en hun bedrijfsvoering.”
Bij Edgard & Cooper vertaalt zich dat bijvoorbeeld heel concreet in het gebruik van biologisch afbreekbare zakken en recycleerbare blikken. Via de Edgard & Cooper Foundation gaat jaarlijks bovendien 1% van de bedrijfsomzet naar projecten die de levenskwaliteit van honden en katten verbeteren, zoals het inenten van straathonden tegen hondsdolheid of het steriliseren van zwerfkatten.
Bancaire financiering
De kapitaalinjectie in december 2022 volgde na het ophalen van 30 miljoen euro via verschillende rondes in de jaren ervoor. In tegenstelling tot de opstartfase biedt de scale-upfase bijkomende alternatieven voor financiering. “De manier waarop je je onderneming financiert, hangt nu eenmaal samen met de fase waarin je je bevindt. Hoewel je als startende onderneming het investeringskapitaal misschien nog het meest nodig hebt, om je verhaal behoorlijk in de markt te kunnen zetten en enige naamsbekendheid te creëren, is het precies dan niet altijd evident om voldoende financiering te vinden.”
“Zolang je bedrijf nog in de meer risicovolle opstartfase zit, is de toegang tot bancaire financiering, bijvoorbeeld, doorgaans vrij beperkt. Normaal ga je dan aankloppen bij wat ze in het Engels ‘the three Fs’ noemen: ‘family, friends and fools’. Of je tracht de aandacht te trekken van zogeheten seed- of angel-investeerders, die zich specifiek toeleggen op het financieren van start-ups. Wij hadden echter het geluk dat we vanaf het begin ook goed begeleid en ondersteund zijn door onze huisbank, Belfius. Samen met PMV, de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen die onder meer basisleningen verstrekt aan start-ups, hebben zij die eerste jaren vooral ons werkkapitaal gefinancierd – binnen hun mogelijkheden, welteverstaan.”
Centraal beheer
Intussen is Edgard & Cooper de pure start-upfase voorbij. “We hebben onze naam gevestigd en een duidelijke plaats weten te veroveren in de markt van ‘premium pet food’, in België maar ook in het buitenland.” De producten van het bedrijf worden vandaag in dertien Europese landen verdeeld, waaronder de kernlanden Duitsland, Frankrijk, Nederland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en uiteraard de eigen thuismarkt België.
“Onze lokale vestigingen in die landen staan zelf enkel in voor de marketing en verkoop. Hun boekhouding, bijvoorbeeld, gebeurt in onze hoofdzetel in Kortrijk, waar ook alle andere ondersteunende diensten gecentraliseerd zijn.” Naast de financiële afdeling zijn dat onder meer de departementen Supply & Operations, HR en Data. Voor de lokale statutaire en compliance-verplichtingen werkt het finance team samen met lokale partners. Het team van Christophe Willaert telt, naast hemzelf in de CFO-rol, nog acht medewerkers: twee controllers, vier accountants, één credit controller en één freelance medewerker die waar nodig ondersteuning biedt en vooral op projectbasis wordt ingezet.
Groene cijfers
In de scale-upfase waarin Edgard & Cooper zich nu bevindt, wist het bedrijf de afgelopen jaren een sterke groei te realiseren. “Tussen 2017 en 2022 noteerden wij voor onze netto omzet een samengestelde gemiddelde jaarlijkse groei van om en bij de 85 procent.” Dat maakt het vandaag ook mogelijk om een ander type van investeerders aan te trekken, zoals de eerder aangehaalde durfkapitaalfondsen. Die hebben niet zozeer een rendement op korte termijn voor ogen, maar streven een engagement op lange termijn na. Zij zijn ook bereid om in te stappen in bedrijven die nog niet helemaal matuur zijn, maar die wel al bewezen hebben dat er voldoende potentieel in hun activiteiten zit.
“We hebben onze product/market fit, zoals dat heet, intussen wel ruimschoots bewezen”, meent Christophe Willaert. “We hebben zelfs stilaan het kantelpunt bereikt waarop we groene cijfers kunnen schrijven.” In het vierde kwartaal van dit jaar verwacht de CFO, als alles volgens plan verloopt, voor het eerst een positieve bruto bedrijfswinst (EBITDA) te kunnen voorleggen. Daarmee lijkt een nieuwe fase aangebroken waarin het vooral zaak zal zijn om de sterke groei uit het verleden te consolideren en een duurzame rendabiliteit voor de toekomst te verzekeren.
Digitaal DNA
Intussen blijft de aanhoudende sterke groei voor heel wat uitdagingen zorgen, ook voor de CFO en zijn team. “Het voelt soms alsof je met een wagen aan het rijden bent, terwijl je hem nog in elkaar aan het steken bent”, lacht Christophe Willaert. “Zo kan het gebeuren dat wij op slechts enkele maanden tijd iets moeten opzetten of realiseren waar een meer mature onderneming jaren of zelfs decennia over heeft gedaan.”
Op die momenten blijkt vaak ook de kracht van automatisering en digitalisering. “Als jong bedrijf zit digitalisering en besluitvorming op basis van doorgedreven data-analyses als het ware in ons DNA. Dat is een enorm voordeel. Een digitale transformatie van onze manier van werken, een uitdaging waar zoveel gevestigde bedrijven mee worstelen, is bij ons dan ook niet aan de orde. Wij werken van meet af aan al digitaal.”
Zo is er ook een eigen data-afdeling binnen het bedrijf. Daar ontginnen data engineers de bergen gegevens waarover Edgard & Cooper beschikt: van gedetailleerde consumenten- en verkoopcijfers tot bredere trendrapporten. De informatie die zij uit die bigdata-analyses halen, gieten ze vervolgens in handige dashboards die ze ter beschikking stellen van hun collega’s uit de andere afdelingen. Zo kunnen ook de CFO en zijn finance team zich op die digitale tools baseren om onderbouwde, doelgerichte, weloverwogen, kortom betere beslissingen te nemen.
Schaalbaarheid primeert
“Voor een bedrijf van onze omvang is dat wel bijzonder, geloof ik, zo’n intern datateam. Maar het is ook gewoon de sleutel om te begrijpen hoe onze klanten precies in elkaar zitten, wat zij al dan niet van ons verwachten en hoe wij daarop het best kunnen inspelen. Het laat ons bovendien toe om de impact van onze campagnes en activiteiten nog beter te meten. Daarom hebben wij ook vanaf het begin ingezet op dat soort tools.”
Voor de tools die specifiek binnen de finance afdeling worden gebruikt, blijkt schaalbaarheid dan weer doorslaggevend. “De tools die we implementeren moeten ons ook bij onze toekomstige groei blijven ondersteunen, zonder dat we het team meteen moeten verdubbelen om de extra werklast aan te kunnen.” De ruggengraat van het financieel beheer is sinds 2021 het ERP-systeem SAP S/4HANA Cloud, public edition. Niet toevallig een cloudplatform. “Tegenwoordig is alles cloud-based. Voor ons onkostenbeheer gebruiken wij bijvoorbeeld een cloudapplicatie als Rydoo.”
Nieuwe technologie omarmen
Bij de implementatie van SAP tracht Edgard & Cooper zoveel mogelijk de standaard aan te houden en zo weinig mogelijk maatwerk toe te laten. Op die ruggengraat gaat het bedrijf vervolgens wel best-of-breed-oplossingen van andere leveranciers enten, indien het dat nodig of wenselijk acht. “Op voorwaarde uiteraard dat die voldoende schaalbaar zijn en vlot integreren met SAP.”
Dat gaat dan bijvoorbeeld over OCR-scanningsoftware om de verwerking van binnenkomende facturen te optimaliseren. Omdat de bestaande tool voor AP-automatisering (Accounts Payable) zo stilaan tegen zijn grenzen aanliep, besliste het finance team recent nog om een nieuwe tool van Esker te implementeren. “Vandaag is onze leveranciersboekhouding semi-geautomatiseerd. Met die nieuwe tool gaan we naar een meer doorgedreven procesautomatisatie en verzekeren we ons tegelijk van een blijvende ondersteuning.”
Dat alles om maar te zeggen dat Edgard & Cooper de snelle technologische ontwikkelingen in de markt ten volle omarmt. “Momenteel zijn we ook de mogelijkheden van robotgestuurde procesautomatisering aan het bestuderen. Misschien gaan we die RPA-technologie later dit jaar al testen. Wie weet kunnen we daarmee een aantal bijkomende repetitieve processen snel automatiseren?”
CFO in rol van coach
Technologie is natuurlijk niet alles. Om die snelle groei effectief te kunnen realiseren, moet je ook je mensen meekrijgen in dat groeiverhaal. “Voor mij start de rol van een CFO dan ook bij het coachen van het team. Zonder een professioneel en performant team kan je als CFO hoe dan ook niet veel beginnen. Daarom beschouw ik mijn werk pas echt als geslaagd als ik mijn medewerkers kan laten groeien samen met de onderneming.”
Werken in een start-up- en scale-upomgeving vergt ook een specifieke mindset. “Je moet voldoende flexibiliteit aan de dag kunnen leggen en altijd openstaan voor verandering. Wendbaarheid en veerkracht zijn essentiële kwaliteiten voor wie binnen ons finance team aan de slag wil. Als team moeten we eerst en vooral in staat zijn om de continuïteit van de business te verzekeren. Tegelijk moeten we hands-on of pragmatisch genoeg zijn om te kunnen werken aan projecten die de voortdurende verbetering van diezelfde business op het oog hebben. Mijn medewerkers moeten vaak meermaals per dag schakelen tussen het operationele en het strategische. Het is mijn taak om hen daarin goed te begeleiden.”
Never a dull moment
Op het einde van de rit is dat het ook wat een job binnen finance bij Edgard & Cooper zo boeiend en uitdagend maakt. “Never a dull moment”, lacht Christophe Willaert. “Daarbij krijg je bij ons de kans om een blijvende impact te maken en bij manier van spreken echt een steen in de rivier te verleggen. Veel zaken bouwen we op vanaf nul, waarbij we doorgaans weinig of geen rekening hoeven te houden met erfenissen uit het verleden. Wat we conceptueel bedenken en uitschrijven kunnen we vervolgens ook zelf praktisch uitvoeren. Dat geeft een enorme voldoening die je in een andere omgeving niet altijd zal vinden.”
Tekst: James De Paepe – Foto’s: Jerry De Brie (The Image Factory)
Comments